Organisch of psychisch? Het meningeoom en de gevolgen Jan Wiersma werkt als neuropsychiater op centrum Wolfheze bij de diagnostiek en behandeling van de gevolgen na hersenverandering. Lezing gehouden op de ALV van 2 mei 2009 Een dame van 78 jaar. Gezond, onafhankelijk levend. Maar ze is vlak geworden, traag, verzwakt en incontinent. Ze is doorverwezen om behandeld te worden voor een depressie. Ze knapte niet op en kreeg er ook nog hal ucinaties bij. Omdat dit vreemd was heeft men een MRI gemaakt, waarop een vrij groot meningeoom zichtbaar werd aan de voorzijde van het hoofd in de groef van de reukzenuw. Ze is geopereerd en vervolgens verdwenen de depressie en de hal ucinaties, wat overbleef was de incontinentie. Dit is een voorbeeld van hoe het kan gaan: Van een psychische verklaring van klachten naar een organische. Vóór de diagnose zien we psychische verschijnselen die op het gebied van de neuropsychiatrie en gedragsneurologie liggen. Het kan haast niet anders dan dat er al vaker veranderingen gaande zijn, die eerst anders worden geïnterpreteerd. Onverklaarbaar Bij mensen boven de 40/45 jaar met niet goed verklaarbare psychische klachten zonder dergelijke klachten in hun voorgeschiedenis is hersenbeeldvorming vereist. Er wordt gauw gezegd ‘het is psychisch’. Maar de somatische klachten, zoals de urine-incontinentie, kloppen niet. Daar moet een andere verklaring voor zijn en verder onderzoek is nodig. Het lastige is dat de klachten vaak a-specifiek zijn. Meningeomen in het algemeen drukken hersenweefsel en zenuwen aan de kant. Er kan oedeem ontstaan, dat op zich ook weer verdringing geeft van hersenweefsel. Er kan een blokkering ontstaan van de circulatie van hersenvocht of de bloedcirculatie, dat weer beschadiging kan geven aan hersenweefsel en de functies van dat betreffende gebied. Dit al es kan gedragsmatige gevolgen hebben. Bij de overgang van cerebel um naar ponsgebied, treffen we een tumor aan bij een vrouw van 41 jaar. Kan een meningeoom in de kleine hersenen neuropsychiatrische klachten geven? De kleine hersenen zijn bedoeld voor de coördinatie, de motoriek. Daarnaast is het bekend dat de kleine hersenen ook een functie op het gebied van geheugen en emotie hebben. Ja dus Een man had een ontsteking opgelopen in de kleine hersenen aan de rechterkant. De ontsteking genas maar op langere termijn waren er behoorlijke gedragsveranderingen. Verschil ende ziektebeelden geven overeenkomstige gedragsmatige gevolgen. Je moet dan maar net op het idee komen dat medicatie die bij dementie wordt voorgeschreven, ook toegepast zou kunnen worden voor mensen met dezelfde problematiek veroorzaakt door hersenletsel. De stoornis met de functionele defecten, bepalen samen met de gespaarde functies en externe factoren, uiteindelijk wat je tegen komt bij de persoon met de hersenverandering. Wat mijn advies zou zijn als de diagnose ‘meningeoom’ wordt gesteld, is dat een vroegsignalering plaatsvindt van ‘hoe goed is de draagkracht van dit gezin, van deze relatie, van deze persoon. Doe daar onderzoek naar. Waarom? Omdat het preventief werkt voor de problemen die zich daarna kunnen voordoen. Voorkant In de frontale kwab van de hersens zitten de uitvoerende functies, het reguleren van gedrag. Dus het beginnen aan iets, maar ook op het juiste moment kunnen stoppen, het volhouden en het organiseren. Inspelen op veranderingen, naar jezelf kijken, jezelf kunnen corrigeren en jezelf in de toekomst plaatsen, hoor daar ook bij. Juist daar ligt een aantal voorkeurslocaties van het meningeoom. Gedragsmatige veranderingen zijn dan dus niet zo gek. Ik zal drie typen bespreken, ook de medicateuze kant van de behandeling ervan, en dan komen tot een aantal conclusies. Wat je als eerste tegen kunt komen is ontremming. Het kan zijn dat je deze gedragsverandering al kunt gaan zien vóór de diagnose wordt gesteld. Maar het kan ook zo zijn dat door de operatie dat gebied beschadigd wordt. Deze mensen zijn over het algemeen vrij lastig in hun gedrag, want zij gaan over al erlei grenzen heen, zijn tactloos, maken al erlei ongepaste grapjes, het decorum is gestoord en ze kunnen zich niet goed handhaven in sociale situaties. Nu is het een gebied (boven de ogen) dat natuurlijk ook beschadigd kan raken bij ongelukken, en toch is er geen gedegen onderzoek naar verricht. In 2003 is er een literatuur zoektocht gedaan in meer dan
4000 artikelen naar agressie en impulsiviteit. Uiteindelijk bleven er zes artikelen naar 73 patiënten over, waarin de patiënt goed is vergeleken met een controlegroep. ZES, wereldwijd, als het gaat over gedragsverandering, agressiviteit en impulsiviteit bij NAH. Er werd behandeld met bètablokkers, met methylfenidaat (Ritalin), en met amantadine, een middel dat gebruikt wordt bij de ziekte van Parkinson of als anti-griep vaccin. De middelen zijn voor andere aandoeningen bedacht en hebben toch regelmatig een goed effect. Het is dus belangrijk dat er een medicatieplan is, waarin je de aanpak van die neuropsychiatrische gevolgen beschrijft en bijhoudt. Helaas gebeurt dit te weinig. En dat is jammer, want dat zijn in principe verloren jaren. Dat leidt ertoe dat het in ieder geval voor je eigen kliniek belangrijk is om er een opzetje te maken. Apathie is niet tot iets kunnen komen en ook dat komen we tegen. Deze mensen zijn vaak niet echt somber, lijken zich juist geen zorgen te maken. Niemand heeft er last van, maar het gezin en de partner wel!!. Dit is een onderschat probleem, van iemand die voorheen initiatieven nam, dingen in de hand nam, zaken regelde, en ineens tot niets meer komt. Ook hier geldt: geen regelmatige reviews of gecontroleerde studies. Er worden verschil ende middelen ingezet, en dat zijn ook precies de middelen (o.a. Ritalin) die je ook bij agressie en impulsiviteit kan gebruiken. Twee totaal verschil ende gedragstypen, en dan toch dezelfde medicatie. Je grijpt in in een systeem dat er qua gedrag totaal anders uit kan zien, maar waarbij de medicatie de apathie meer richting actie trekt en bij teveel agitatie iemand zijn aandacht beter laat focussen. Bij gedesorganiseerd staat inflexibiliteit centraal. Mensen kunnen niet goed schakelen van het ene gedrag naar het andere. Er is ook een verminderd abstractievermogen. Dit zijn drie voorbeelden van gedragsveranderingen als je kijkt naar deze voorkeurslocaties van meningeomen. Je ziet ook combinaties van de verschil ende typen, omdat die circuits weer sterk verweven zijn. Geheugen Als het gaat om de werking van het geheugen zijn er dan mogelijkheden om die te beïnvloeden?Ritalin, amantadine en hier ook memantine. Het laatste is een middel dat is ontwikkeld voor mensen met Alzheimerdementie. Als je aandacht en concentratiestoornissen ziet kan je in ieder geval denken aan memantine. Ik heb daar verschil ende mensen mee behandeld met soms opmerkelijk resultaat. Conclusie Neuropsychiatrische symptomen komen voor bij de diagnose ‘meningeoom’. Als je weet wat de locatie is van het meningeoom dan kun je de gedragsveranderingen misschien zien, of verwachten. Het zal duidelijk zijn dat er grote behoefte is aan verder onderzoek op dit gebied omdat er zo ontzettend weinig over bekend is. De epidemiologische gegevens die we hebben zijn naar mijn idee niet goed en een landelijke aanpak is nodig. Bij de diagnose ‘meningeoom’ is het belangrijk dat vroegsignalering plaatsvindt op het gebied van de sociaal maatschappelijke inbedding. Hoe stevig is deze persoon, hoe stevig is dit gezin, de relatie, zodat je een inschatting kan maken van te verwachten gevolgen. Als je dat een of twee jaar later doet, en er zijn al erlei grote problemen ontstaan, is het vaak heel lastig om terug te grijpen op deze factoren. Als je het vroegtijdig signaleert, vastlegt en mensen uitlegt waarom dat belangrijk is, heb je een veel betere inbedding voor je hele behandeling. Kortom, er is te weinig aandacht voor de neuropsychiatrische kant van de aandoening.
CLINIPATH PATHOLOGY TEST LISTING FACTOR ASSAYS Specimen Required: 2 x Sodium citrate tubes FACTOR V LEIDEN Specimen Required: 1 x Sodium citrate tube Patient must have written history of DVT or pulmonary embolism for the gene mutation analysis to be done under Medicare. FAD (VITAMIN B2) Specimen required: 1 x Lithium Heparin (NO GEL) FAECAL ELASTASE Specimen requir
John Benjamin Harris Papers, 1955-1991 andThe John W. Hartman Center for Sales, Advertising & Marketing HistoryDavid M. Rubenstein Rare Book & Manuscript LibraryInventory of the John Benjamin Harris Papers, 1955-1991 and undatedDavid M. Rubenstein Rare Book & Manuscript LibraryDuke UniversityBox 90185, 103 Perkins LibraryDurham, North Carolina 27708 USAPhone: (919) 660-5822 / Fax